Woonhuis Schoonoord

Inleiding

Dit in 1912 in Overgangsarchitectuur gebouwde WOONHUIS is in 1932 intern grondig verbouwd, waarbij de plattegrond opnieuw werd ingedeeld. In het interieur zijn waardevolle onderdelen behouden gebleven zoals een schoorsteenmantel, de tegelvloer en tochtdeuren in de hal, de trap en diverse paneleeldeuren en vensteromlijstingen. In 1933 werd naast het pand een GARAGE gebouwd waarvan het dak aanvankelijk was gedekt met dakleer. Tegenwoordig is de woning in gebruik als Bed&Breakfast-accommodatie. In een deel van het pand is vanaf 1912 enige decennia het postkantoor van Schoonoord gevestigd geweest. De woning maakt deel uit van een stedenbouwkundige opzet die kenmerkend is voor dorpen die tijdens de vervening van het omliggende gebied zijn ontstaan langs een kanaal, in dit geval het Oranjekanaal. Het pand staat in het oudste gedeelte van Schoonoord, vlakbij de Hervormde kerk en behoort oorspronkelijk tot de aanzienlijkste woningen van het dorp. De woning staat op een ruim perceel met gras en enkele oude bomen, een indeling door middel van (beuken)hagen en een oprit naar de vrijstaande garage langs de westzijde van het perceel.

Omschrijving

Een uit 1 bouwlaag bestaande en gedeeltelijk onderkelderd WOONHUIS op samengestelde plattegrond dat is opgetrokken in een rood/bruine baksteen op een grijs gepleisterde plint die aan de bovenzijde van een profilering is voorzien. Verder gemetselde banden van rode baksteen en onder de dakgoot een fries in rode baksteen waarin tussen gemetselde consoles een ruitvorm in kalkzandsteen is aangebracht; daarboven een overhoekse muizentand op een uitkragende laag waarop de gietijzeren bakgoot mede rust.
De samengestelde kap op basis van een afgeknot schilddak, is belegd met een geglazuurde platte Friese pan; dakkapel onder overkragend plat dak op het oostelijk dakschild; grprofileerde gootlijst; geprofileerde windveer.
Tegen de oostelijke zijgevek een 3-zijdige erker op gemetselde onderbouw op plint; onder overkragend plat dak; dubbele tuindeur met staand venster; aan weerszijden smal zijlicht; vier bovenlichten voorzien van 15-ruits houten roedenverdeling waarin geel gehamerd glas.
Tegen de westelijke zijgevel een gemetselde rechthoekige erker onder plat dak; geprofileerde gootlijst; decoratief getande daklijst; twee staande vensters en twee vensters met openslaande ramen. Alle vensters op de benedenverdieping (behalve die van de serre) zijn onder latei voorzien van biljoen en kapellen, getand loket langs de bovendorpel; 15-ruits bovenlicht voorzien van geel gehamerd glas, houten onderdorpel.
De westelijke- en de oostelijke zijgevel worden verder nog geleed door een staand venster zoals hiervoor beschreven.
De noordelijk gelegen voorgevel wordt geleed door twee staande vensters en een samengesteld venster in het gedeelte met de topgevel. Op de verdieping van de topgevel een openslaand venster met 4-ruits bovenlicht en verder voorzien van latei, loket en houten onderdorpel.
De topgevel heeft een opbouw van gemetselde pilasters voorzien van gemestelde rode banden en een betonnen bekroning van rechtopstaande halve cirkels. Tussen de bovenste twee pilasters een gemetselde balustrade; verder tussen de plisters een schuine gevelafwerking die bestaat uit een uitkragende rand van rode baksteen en kalkzandsteen onder een uitkragende rollaag.
In de achtergevel van het woonhuis een staand venster als hiervoor beschreven. Tegen de rechter achterzijde een haaks daarop staande in bruin/rode baksteen gemetselde aanbouw onder zadeldak. Het zadeldak is belegd met een gesmoorde Muldenpan en voorzien van een zinken mastgoot in gootbeugels; strakke houten windveer; hoog opgemetselde schoorsteen op het westelijk dakschild.
In de westelijke gevel van de aanbouw een samengesteld venster; opgeklampte deur voorzien van geprofileerd kalf en bovenlicht; twee getoogde 4-ruits gietijzeren vensters onder rollaag en voorzien van gemetselde lekdorpel. In de achtergevel een dubbele paneeldeur met staand venster onder rollaag. In de oostelijke gevel twee gietijzeren vensters en een deur als aan de westzijde.
In de hoek tussen aanbouw en achterzijde woonhuis een platte aanbouw met boeiboord op rechthoekige plattegrond; paneeldeur voorzien van dubbel venster met smeedijzeren sierrooster; natuurstenen onderdorpel en neut; gemetselde stoep voorzien van smeedijzeren rooster. Tevens een vierkant venster onder rollaag.
In het interieur zijn waardevolle onderdelen behouden gebleven zoals een schoorsteenmantel, de tegelvloer en tochtdeuren in de hal, de trap en diverse paneeldeuren en vensteromlijstingen.
De vrijstaande rechthoekige GARAGE is gelegen westelijk op het achtererf en opgetrokken in bruin/rode baksteen op grijs gepleisterde plint en wordt gedekt door een zadeldak met dakoverstek op klossen en belegd met een oude cementpan; houten windveer en daklijst; liggende rechtgesloten 6-ruits vensters onder hanenkam en voorzien van gemetselde lekdorpel. Tien ruits liggend venster in de achtergevel.
Voorgevel garage is voorzien van de oorspronkelijke 3-delige houten garagedeur, per deur voorzien van 2-ruits venster. Dit alles onder stalen H-profiel en rollaag.

Waardering

Het woonhuis met vrijstaande garage is van algemeen provinciaal belang op grond van de volgende criteria:

Cultuurhistorische waarde

  • het woonhuis met oorspronkelijk tevens de functie van postkantoor vertegenwoordigt cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een woonhuis gecombineerd met een bijzondere voorziening rond 1910 in Drenthe

Architectuurhistorische waarde

  • vanwege de waarde van het woonhuis gebouwd in 1912 als bijzondere uitdrukking van woonhuisarchitectuur in Overgangsarchitectuur, met garage in Ambachtelijk-traditionele trant uit 1933 in Drenthe;
  • vanwege de esthetische kwaliteiten van het ontwerp van zowel exterieur als delen van het interieur;
  • vanwege het kenmerkende materiaalgebruik en de opvallende en zorgvuldige detaillering in Overgangsarchitectuur

Stedenbouwkundige/ensemble waarde

  • vanwege de bijzondere betekenis van het woonhuis met vrijstaande garage voortkomend uit de beeldbepalende situering als onderdeel van de veenkoloniale lintbebouwing langs het Oranjekanaal in de kern van Schoonoord
  • vanwege de betekenis van het woonhuis en de vrijstaande garage als essentiële onderdelen van een woonhuiscomplex dat als representant van het historische Drentse woonhuis in cultuurhistorisch, architectuurhistorisch en stedenbouwkundig opzicht van belang is;

Gaafheid

  • vanwege de redelijke mate van gaafheid van het exterieur en delen van het interieur van het woonhuis en het exterieur van de garage;
  • vanwege de waarde van het woonhuis en de garage in relatie tot de redelijke mate van gaafheid van de stedenbouwkundige structuur en het bebouwingsbeeld van de veenkoloniale lintbebouwing langs het Oranjekanaal in de kern van Schoonoord

Zeldzaamheid

  • vanwege de redelijke mate van zeldzaamheid van het woonhuis met vrijstaande garage in de provincie Drenthe in relatie tot de voornoemde cultuurhistorische, architectonische en stedenbouwkundige kenmerken