LTS Assen en Omstreken
Inleiding
De voormalige Technische school voor Assen en Omstreken – nu Nassaucollege, gebouw Penta – werd in 1967-1968 gebouwd naar ontwerp van de architectenformatie Nijenhuis, Nieman, Steeneken en Ebbinge (Assen) te Assen.
In 1969 werd de wet op het voortgezet onderwijs in werking gesteld (reeds in 1963 aangekondigd), hetgeen verregaande gevolgen had voor de inrichting van het middelbare onderwijs. Naast de mavo, havo, vwo verdeling moest het technisch onderwijs heringericht worden. Met betrekking tot het technische onderwijs in Drenthe was begin jaren zestig geprobeerd een uitgebreide technische school (UTS) in Assen te vestigen. Dit initiatief werd niet door het Rijk goedgekeurd. Uiteindelijk werd besloten een lagere technische school (LTS) aan de Industrieweg te bouwen.
In de naoorlogse periode nam de rijksoverheid de centrale leiding over de scholenbouw en werden aanvragen voor de bouw van scholen afhankelijk van rijksgoedkeuring van Centrale Directie van de Wederopbouw en de Volkshuisvesting. In 1967-1968 – de periode dat deze school tot stand kwam – werd de Wederopbouw van Nederland als afgerond beschouwd. Nieuwe inzichten over pedagogiek, hygiëne en sociale verhoudingen waren – die in de vroeg-naoorlogse periode grote invloed hadden op de ontwikkeling van het schoolgebouw – waren gemeengoed geworden. Zo ook het gebruik van bouwtechnieken als montage- en systeembouw. Belangrijke aspecten bleven bijvoorbeeld de plaatsing in het groen, de oriëntatie en de aanwezigheid van grote ramen voor veel zon en lichttoetreding, goede ventilatie en een monumentale uitstraling van de architectuur van grote schoolgebouwen.
Jacob Dirk Nieman (1906-1980) en ir. Stephanus Franciscus Steeneken (1915-1985) richtten in 1949 gezamenlijk het Architectenbureau Nieman en Steeneken, gevestigd aan de Brink 42 in Assen. Het bureau kreeg met regionale bekendheid vanwege hun aandeel in de vormgeving van scholen, woningen, overheidsgebouwen en kantoorgebouwen in Drenthe. In 1975 ging Nieman met pensioen en Steeneken in 1981. Het bureau ging onder wisselende samenstellingen van opvolgers verder tot het uiteindelijk in 2003 de naam Axes Architecten kreeg.
Steeneken was opgeleid aan de technische universiteit Delft onder M.J. Grandpré Molière. Hij maakte via zijn werk voor de Heidemij kennis met ir. J.J. de Boer, hoofd van de Planologische Dienst in Assen die hem vroeg naar Assen te komen. Naast zijn werk als architect doceerde hij jarenlang aan de Academie van Bouwkunst in Groningen. Nieman was opgeleid aan de hogere technische school en werkte voor hij met Steeneken een bureau begon als bouwkundig hoofdopzichter voor Rijkswaterstaat.
Andere werken uit hun Drentse oeuvre zijn onder andere de LTS in Assen, Prof. Bladergroenschool in Eelde, het kantoorgebouw van de NV Waterleidingmaatschappij in Assen en verschillende gebouwen in heel Drenthe voor de Rijksgebouwendienst. Het architectenbureau Nijhuis en Ebbinge kwam voort uit het bekende bureau Van Houten en Nijhuis in Assen.
In 1976 werd de school uitgebreid met de plaatsing van een loge voor de conciërge. In 1977 werd na een brand in het noordelijke gedeelte (de laagbouw) een renovatie en gedeeltelijke herbouw van de school. Daarna volgden verschillende uitbreidingen van de school (1988-1989, 1992-1994 en 2000). Deze horen niet bij de gewaardeerde onderdelen.
Omschrijving
De school is gelegen in de noordwestelijke hoek van de kruising van de Industrieweg en de A.H.G. Fokkerstraat, naast een groenstrook met ruime vijver langs de Fokkerstraat. In hoofdvorm is de school opgebouwd uit enerzijds een eenlaagse laagbouw met daarin de ontvangsthal, kantine, lerarenkamers en lokalen, en anderzijds een monumentale vleugel op zuilen in het verlengde van de Fokkerstraat.
De laagbouw is een breed bijna L-vormig bouwdeel waar de lokalen aan weerszijden van een centrale gang zijn gepositioneerd. De ingang wordt benadrukt door een driezijdig bordes met hellingbaan voor mindervaliden. Via drie entrees – waarvan twee langs de garderobe voor de leerlingen leidt – wordt een centrale hal betreden. Hier omheen zijn de lerarenkamers gegroepeerd, is het centrale trappenhuis van de hoogbouw in het midden geplaatst en kan de gang naar de lokalen worden bereikt. Aan de westzijde is het overblijflokaal geplaatst, als afzonderlijk bouwdeel. In het tweede gedeelte aan de noordzijde zijn onder ander twee gymlokalen ondergebracht en voormalig las- en constructieruimten. De laagbouw werkt als een plint voor de hoogbouw die als markant element de functie en de entree van de school benadrukt.
De hoogbouw – de praktijkvleugel – bestaat uit een rechthoekige bouwdeel van drie lagen onder een plat dak, dat deels is gezet op een zuilenreeks (2 x 5) en deels op de laagbouw rust. In de uit achttien traveeën bestaande praktijkvleugel zijn per verdieping zeven theorielokalen aan de zuidzijde geplaatst, allen verbonden door een gezamenlijke gang die langs de noordelijke gevelzijde is geplaatst. Het trappenhuis is aan de zuidzijde buiten tegen het bouwdeel aan geplaatst.
De constructie van het gebouw is gebaseerd op een betonskelet van betonvloeren en wanden die het mogelijk maakt de gevelwanden open te laten en te vullen met grote stalen raampuien, hetgeen het gebruik van het gebouw voor onderwijs zeer geschikt maakt. De nagenoeg vierkante stalen raam-puien zijn opgebouwd uit een borstwering, een zesruits roedeverdeling waarbij de drie bovenraampjes (met centraal uitzetraam) door een smalle strook (zogenaamde kalf) van de drie onderstaande staande rechthoekige ramen worden gescheiden. De raampuien langs de gangzijde bevatten om de twee traveeën een centraal raamkast.
De overblijfruimte heeft een andere detaillering dan de rest van de school, die voor zowel de laagbouw als de hoogbouw vanuit hetzelfde gedachtegoed zijn ontworpen. Deze ruimte is verbijzonderd met gevels bestaande uit een reeks aaneengesloten smalle raamstroken die het licht optimaal binnenlaten en bijdragen aan de ritmiek van de gevels. De kopgevel is uit metselwerk opgebouwd.
Er zijn enkele kunstuitingen die aan het gebouw verwant zijn, zoals de golvende baksteenwand met vierkante vormen in de zuidgevel van de onderbouw langs de Fokkerstraat en het wandkunstwerk in het trappenhuis naar de hoogbouw met daarin abstracte figuren (kunstenaar n.t.b.).
Waardering
De voormalige LTS maakt tegenwoordig onderdeel uit van het Dr. Nassaucollege, gelegen aan de Industrieweg 3 in Assen, gebouwd in 1967-68 door de architecten Nijenhuis, Nieman, Steeneken en Ebbinge (Assen), van algemeen regionaal belang voor de provincie Drenthe vanwege de:
- cultuurhistorische waarde van het gebouw voor de ontwikkeling van het lager technisch beroepsonderwijs in Drenthe en het representatieve belang voor de ontwikkeling van de grote kernen in Drenthe
- architectuurhistorische waarde van het object gelet op de esthetische kwaliteiten van het ontwerp zich uitend in de bijzondere schakering van bouwvolumes, de markante plaatsing van een opgetild volume op een kolommenrij en als bijzonder voorbeeld van functionalistische scholenbouw in Drenthe; als zijnde representatief voor het oeuvre van Nieman en Steeneken in het bijzonder en het belang van hun oeuvre voor de naoorlogse scholenbouw in Drenthe; en van het samenwerkingsverband Nijenhuis, Nieman, Steeneken en Ebbinge (Assen)
- stedenbouwkundige waarde van de school en de ruimtelijke relatie die het aangaat met de omgeving
- visuele gaafheid van het ontwerp
- zeldzaamheid van dergelijke grootschalige en representatieve technische scholen in Drenthe