voormalige Duplexwoningen Molenstraat
Inleiding
Vijf duplexwoningen gebouwd in 1950, in opdracht en naar ontwerp van Gemeentewerken Gieten, in de vorm van traditionele cottages. De woningen zijn gelegen aan de zuidzijde van de Molenstraat, aan een brink in de vorm van een driehoekige groenstrook met boombeplanting. De woningen zijn teruggerooid, overhoeks ten opzichte van de weg geplaatst en worden van de openbare weg gescheiden door een haag. De landelijke sfeer die het gebied uitademt is geïnspireerd op de tuinstadgedachte van de engelsman Ebenezer Howard uit 1898: door de slechte woonomstandigheden (industriële revo-lutie) wilde hij in een groene omgeving satellietsteden ontwikkelen. De tuinstadgedachte is hier uitgewerkt als nieuw Drents brinkje – de eerste fase van de uitbreiding van Gieten op de noordes.
In de jaren na de oorlog werd door de woningnood in een hoog tempo begonnen met de wederopbouw van Nederland. In deze periode werd er een aantal stedenbouwkundige en volkshuisvestelijke experimenten verwezenlijkt. Eén daarvan is de duplexwoning, in 1949 ontwikkeld met steun van het Rijk om snel aan de grote vraag van volkshuisvesting te voldoen. De duplexwoning was een woonvorm die ontstond uit de praktijk van het inwonen. Relatief ruime eengezinswoningen van twee bouwlagen werden tijdelijk opgesplitst in een apart bewoonbare beneden- en bovenverdieping. Later zou de opdeling weer ongedaan worden gemaakt. De duplexwoningen aan de Molenstraat zijn in 1968-1969 ontsplitst. Tevens is in de loop der tijd de roedenverdeling in de meeste vensters verdwenen.
De woningen zijn hier en daar op kleine schaal gewijzigd. Twee woningen hebben beeldbepalende wijzigingen ondergaan, waarbij bijvoorbeeld de nok van de uitbouw tot dakhoogte is verhoogd (nr. 6) en het dak buiten de voorgevel uitkraagt (nr. 2 en 6), maar ook waarbij de schoorsteen is verwijderd (nr. 2). Deze elementen tasten de betreffende panden aan, maar doen geen doorslaggevende afbreuk aan het ensemble.
Omschrijving
Duplexwoning op samengestelde plattegrond is opgetrokken in rode licht gesinterde baksteen en wordt gedekt door een samengestelde kap (zadel- en schilddak) op houten klampen waarop oranje/ grijze opnieuw verbeterde Hollandse pannen en drie gemetselde nokschoorstenen; topgevels met uitwaaierende schouderstukken. De gevels worden geleed door staande en liggende vensters (roedenverdeling meestal verdwenen) onder rollaag.
De entree bevindt zich in de risalerende topgevel links aan de voorzijde en bestaat uit een houten deur waarin glas (roedenverdeling verdwenen) onder een segmentboog en waarvoor een gemetselde stoep.
In de top dubbele houten getoogde balkondeuren met tweeruits venster (deels verdwenen) waarvoor een uitkragende betonnen balkonvloer met ijzeren hekwerk. In het linker dakvlak een houten dakkapel onder zadeldak waarin een staand venster (roedenverdeling verdwenen). In het terugspringende rechter geveldeel van de voorgevel dubbele getoogde houten schuurdeuren onder een segmentboog.
Waardering
Vijf duplexwoningen, gelegen aan de Molenstraat 2-10 even te Gieten in de gemeente Aa en Hunze, gebouwd in 1950 door Gemeentewerken, van algemeen regionaal belang voor de provincie Drenthe vanwege de:
- cultuurhistorische waarde gelet op het belang van de woningen als representatief voorbeeld van de ontwikkelingen in de vroeg-naoorlogse volkshuisvestelijke woningbouw en woningnood in Drenthe
- architectuurhistorische waarde vanwege de esthetische kwaliteiten van het ontwerp en gelet op het typologische belang van de woningen als voormalige duplexwoningen, gebouwd in de tijd van woningnood als tijdelijke oplossing en ontworpen als traditionele cottages in de geest van de tuinstadgedachte, hier uitgewerkt tot een nieuw Drents brinkje
- ensemblewaarde van de woningen en ruimtelijke relatie die de woningen met hun omgeving aangaan gelet op de situering aan een typische Drentse brink
- visuele gaafheid
- zeldzaamheid van vrijstaande duplex-burgerwoningen in Drenthe