NAM recreatiegebouw De Boô

Inleiding

Nadat tijdens de Tweede Wereldoorlog olie werd gevonden in Schoonebeek en omgeving, werd in de jaren daarna door de Nederlandsche Aardolie Maatschappij (NAM) op grote schaal gestart met de winning daarvan. Voor het groeiende aantal medewerkers van het aardolieconcern was er in die jaren in Schoonebeek weinig vertier, waarop door de directie werd besloten een ontspanningscentrum voor NAM-medewerkers te bouwen. Dit gebeurde in navolging van de wijze waarop de Bataafse Petroleum Maatschappij, de voorloper van de NAM, dit gewend was te doen in de overzeese gebieden.

De opdracht voor een ontwerp ging in 1948 naar architect A.C. Nicolai, die via de vader van zijn vrouw (toenmalig directeur van de NAM) al een aantal opdrachten voor woningbouw ten behoeve van personeel van de NAM had binnengehaald. Hij liet zich bij het ontwerp inspireren door de booën (veehut met woongedeelte) die van oudsher in het beekdal van het Schoonebeekerdiep voorkwamen. Hiermee wilde hij de huiselijke sfeer en bouwwijze van dit type stallen overbrengen in de architectuur van het ontspanningscentrum (ook De Boô genaamd). Het complex is een aantal malen verbouwd. In 1959 werd de dienstenvleugel verbouwd en in 1960 de squashbaan.

Bijzonder is de ligging van het complex ten opzichte van het verderop gelegen NAM-dorp. De Boô is namelijk zo gesitueerd dat de afstand van de dienstwoningen tot het ontspanningscentrum voor alle personeelsleden nagenoeg gelijk was.

De architect A.C. Nicolai, geboren in 1914 in Breda, volgde tijdens de Tweede Wereldoorlog het Hooger Bouwkunst Onderricht (HBO) te Amsterdam. Hij heeft gewerkt tot de jaren tachtig van de 20e eeuw. In zo’n veertig jaar werkte hij aan een oeuvre bestaande uit woningen, scholen, kantoren en kerken. Ook ontwikkelde hij complete woonwijken. Zijn naam is onverbrekelijk verbonden met Emmen en met de Drentse architectuurgeschiedenis. Na de oorlog kreeg hij ook veel opdrachten van de NAM in Schoonebeek. Een belangrijk deel van zijn carrière valt samen met de wederopbouw; hij moest werken met lage budgetten en met een gebrek aan materiaal. Zijn werk kenmerkte zich in deze periode door een eenvoudige maar subtiele architectuur. Beïnvloed door zijn leermeesters Zandstra, Giesen en Sijmons, zette Nicolai na de oorlog de opvattingen van Groep 32 voort. Zij waren van mening dat het functionalisme te ver was doorgeschoten en streefden in hun werk naar een combinatie van zakelijke architectuur met kunstzinnige elementen. Dit alles vormde voor Nicolai de basis voor een eigen stijl, waarvoor hij al vroeg waardering kreeg: in 1946 won hij de Prix de Rome.

Omschrijving

Het project bestaat uit een voetbalveld, een oefenterrein, een buitenbad en twee tennisbanen. De terreinen en het zwembad worden door een Z-vormig complex van gebouwen, bestaande uit een clubhuis, kegelbanen, een squashhal en kleedruimtes van de weg afgescheiden. Het complex bestaat uit vier bouwdelen, het clubhuis en de squashhal hoger en met flauw hellende kappen, de kleedruimtes en de kegelbaan laag en met platte daken.
De gebouwen zijn opgetrokken in een rood genuanceerde baksteen en worden geleed door rechtgesloten houten kozijnen onder hanenkam of rollaag, die grotendeels zijn voorzien van gemetselde bakstenen lekdorpels. Getuige een natuurstenen gevelsteen werd de eerste steen gelegd op 12 oktober 1950 door ir. M.J.F.W.G. Bolderdijk.

Aan de zuidzijde van het complex ligt de in oost-west richting gebouwde squashhal, een twee bouwlagen hoog gebouw op rechthoekige plattegrond. Het gebouw wordt gedekt door een zadeldak belegd met bitumen.
De kap wordt aan de westzijde onderbroken door een lagere kraaiennestachtige erker op de tweede bouwlaag van de squashhal. De naar boven toe wijkende wanden van de overstekende erker bestaan geheel uit houten kozijnen met glas. De overkragende kap rust op houten gootklossen.
Haaks op de squashhal het circa 20 m lange en één bouwlaag hoge gebouw met de kleedruimten voor het zwembad. Het gebouw wordt gedekt door een asymmetrisch zadeldak op witte gootklossen en bedekt met bitumen. Ter plaatse van de aansluiting met het clubhuis vertoont de plattegrond een lichte knik, waarbij het gebouw wordt onderbroken door een dwars geplaatste, risaliserende en verhoogde ingangspartij onder zadeldak. De ingang wordt gevormd door een keperboogportiek voorzien van een gemetselde omlijsting van in strek verwerkte baksteen. De noord- en de zuidgevel van dit bouwdeel worden gevormd door een risaliserende kopgevel die aan de bovenzijde door middel van een natuurstenen rand in de vorm van een gedeeltelijke accolade, de welving van het dak volgt.
Het zich vanaf de oostgevel van de ingangspartij in noordelijke richting uitstrekkende clubhuis vertoont een grote openheid met aaneensluitende vensters over twee verdiepingen langs het sportcomplex en een glazen vliesgevel over de helft van een van de kopgevels. De gevels zijn opgetrokken in wit geverfde baksteen en het gebouw wordt gedekt door een met bitumen belegd overstekend asymmetrisch zadeldak dat aan alle zijden rust op witte houten gootklossen. Het interieur van het clubhuis is open over twee verdiepingen, met op de eerste verdieping rondom een galerij die aan de buitenzijde wordt voortgezet in een ver uitkragend balkon met een opvallende opengewerkte balustrade uit beton en staal, dat via een sierlijk vormgegeven trappartij langs bovengenoemde kopgevel, ook uit beton en staal, bereikbaar is.
De kegelbaan is gebouwd in oost-westelijke richting en is aan de oostzijde verbonden met de platte aanbouw van het clubhuis. Ook dit bouwdeel wordt gedekt door een asymmetrisch zadeldak zonder dakgoten. Aan de zuidzijde steken de sporen van de kap dak circa 1 m naar buiten en worden ondersteund door een houten draagconstructie, waardoor de indruk van een pergola wordt gewekt.

Waardering

Recreatiegebouw De Boô, gelegen aan Burgemeester Osselaan 12 te Schoonebeek in de gemeente Emmen, gebouwd in opdracht van de NAM in de periode 1949-1951 door architect A.C. Nicolai (Emmen), van belang voor de provincie Drenthe vanwege de:

  • cultuurhistorische waarde als onderdeel van de geschiedenis van de oliewinning in Drenthe en specifiek voor het NAM-dorp in Schoonebeek; en als uitdrukking van een emotionele band of herkenningswaarde van de bewoners, gerelateerd aan de geschiedenis van de NAM in Drenthe
  • architectuurhistorische waarde vanwege de hoogstaande esthetische kwaliteiten van het ontwerp, geïnspireerd door de oude booën in Zuidoost Drenthe; vanwege het belang van gebouw voor het oeuvre van A. Nicolaï, zijn betekenis voor de naoorlogse architectuur in Drenthe en zijn relatie met de NAM specifiek
  • stedenbouwkundige waarde van het object vanwege de centrale ligging, als hart van het NAM-dorp in Schoonebeek en de ruimtelijke relatie die het aangaat met de omgeving
  • structurele gaafheid van het complex
  • uniciteit van het gebouw in Drenthe