pompstation De Groeve
Inleiding
Het Pompstation De Groeve, van oorsprong bestaande uit een pompgebouw, een filtergebouw, een garage en een vijverpartij, werd gebouwd in de periode 1966 door architect E. Reitsma (1892-1976) uit Glimmen in opdracht van de NV Waterleidingmaatschappij voor de provincie Groningen. Reitsma kreeg in het Interbellum bekendheid vanwege de esthetiek van zijn ontwerpen in de Amsterdamse School-stijl en later in een bouwstijl gerelateerd aan het werk van W. Dudok, echter steeds met een eigen signatuur. De in Ulrum geboren Egbert Reitsma was jarenlang lid van de kunstkring De Ploeg. Zijn bekendste werk is dan van het Noorder Sanatorium (1935) in Zuidlaren. Een groot deel van zijn werk bestaat uit woningbouw en gereformeerde kerken, maar hij bouwde ook utiliteitsgebouwen zoals boerderijen, pompstations en fabrieken.
Hij ontwierp het pompgebouw in een moderne functionalistische vormgeving te midden van een fraaie terreinaanleg met water en groen. Meest in het oog springende element van het gebouw is de betonnen kantoordoos die op pijlers boven de vijver zweeft en de bestemming kreeg van directeurskamer. Het kantoor is door middel van een glazen gang verbonden met het hoofdgebouw, waarin onder meer een ontvangsthal, een laboratorium, een werkplaats en een magazijn zijn ondergebracht. Aan de zuidwestzijde hiervan bevindt zich de 8,5 meter brede en 29 meter lange pompenhal. De vrijstaand in de vijver staande schoorsteen aan de westzijde van het gebouw zou in de visie van de architect worden ommetseld met veldkeien. Uiteindelijk is de schoorsteen toch in baksteen uitgevoerd.
Het perceel waarop het complex is gebouwd wordt aan de zuidzijde begrenst door het afwateringskanaal De Leiding 2 en aan de noordzijde stroomt, aan de overkant van De Dijk het riviertje De Hunze (Oostermoerse Vaart). Aan de westzijde vormt de Hunzeweg de begrenzing van het perceel. Het gebouw, waarvan de bestemming als nutsbedrijf goed is af te lezen, ligt sterk teruggerooid in een parkachtige aanleg met veel bomen, groen en water. Op het terrein bevinden zich een garage die bij het oorspronkelijke plan hoorde, een later gebouwd filtergebouw (voormalige) en een afwateringskanaal dat afloopt naar een achter op het terrein aangelegd waterreservoir in de vorm van een klein meertje. Het oorspronkelijke ontwerp voorzag in een stedenbouwkundige plan met daarin de uitbreiding van het station met een dienstgebouw en nog eens drie filtergebouwen, identiek aan de eerst gebouwde. Deze zijn er echter niet in deze vorm tot stand gekomen.
De latere uitbreiding van het pompgebouw aan de zuidzijde en de aanleg van een nieuw filtergebouw aan de oostzijde, zijn geen onderdeel van de redengevende omschrijving.
Omschrijving
Het pompgebouw van het pompstation De Groeve bestaat gedeeltelijk uit één en gedeeltelijk uit twee bouwlagen hoge – deels onderkelderde – bouwdelen. Het is opgetrokken in een rood/bruin genuanceerde baksteen met veel elementen van beton, staal en glas. Het pompgebouw is gebouwd op een samengestelde plattegrond en wordt gedekt door een plat dak.
In het midden van de noordwest gevel bevindt zich de gevelwand van de pompenhal, waarin acht staande vensters met lichtblauw geschilderde stalen kozijnen, alle onder een betonnen latei. Tussen de vensters en het wateroppervlak van de vijver zijn negen ronde uitsparingen in het metselwerk aangebracht.
Het risaliserende linkerdeel van de gevel is ter plaatse twee bouwlagen hoog en wordt geleed door twee liggende en een staand venster, alle met lichtblauwe stalen kozijnen. De rij ronde uitsparingen boven het water loopt door over dit geveldeel. Halverwege de gevel zijn naast elkaar drie ronde stalen vensters aangebracht.
In de vijver bevindt zich een rechthoekig betonnen gebouwtje (kantoor) dat op vier betonnen pijlers boven het water zweeft. De noordzijde van deze aanbouw is blind opgemetseld en de zuidzijde bestaat geheel uit een samengesteld stalen venster met glas. Beide zijgevels hebben een bekleding van lichtblauw geglazuurde tegels (30 x 30 cm.) tegen muren van betonstenen. Het gebouw wordt aan het hoofdgebouw gekoppeld door middel van een betonnen gang met zijgevels van stalen kozijnen met glas. De hoogte van deze twee bouwlagen is gelijk aan dat van de pompenhal.
Ter plaatse van de overgang naar de pompenhal staat een vrijstaande schoorsteen in de vijver die is opgetrokken in een rood/bruin genuanceerde baksteen, aan de bovenzijde afgezet met een betonnen rand.
De noordoostgevel heeft aan de rechterzijde een zeer fors uitkragend breed betonnen kozijn ter plaatse van de ontvangsthal. Deze pui heeft een samengestelde stalen invulling met glas. Verdeeld over de linkerzijde van de noordoostgevel drie grote ronde stalen kozijnen met glas.
Rechts in de zuidoostgevel bevindt zich de entree, die bestaat uit een pui met staal en glas met daarvoor een platte betonnen luifel op betonnen pijlers met zijwanden in betonnen raatstructuur.
Links daarvan een zich over de gehele gevelhoogte uitstrekkende uitkragende brede betonnen pui met op de verdieping drie stalen vensters met glas en daaronder drie dubbele stalen toegangsdeuren met glas.
Links daarvan een dubbele stalen toegangsdeur met glas in een uitkragende betonnen omlijsting.
Aan de linkerzijde van de gevel bevinden zich bovenlangs acht vierkante stalen vensters met glas.
Tegen de zuidwestgevel is een rechthoekige platte aanbouw geplaatst met dezelfde bouwhoogte als het oorspronkelijke gebouw. Deze aanbouw is opgetrokken in een donkerbruine baksteen en onderscheidt zich op deze wijze van het oorspronkelijke ontwerp. De gevels van de aanbouw worden op dezelfde wijze en door dezelfde materialen geleed als de gevels van de pompenhal. Vanaf de zuidwestgevel van de pompenhal loopt een gemetselde kademuur langs de aanbouw bij de vijver langs.
Het filtergebouw is verdiept gelegen en omgeven door een rechthoekig talud. Het is opgebouwd vanuit een rechthoekige plattegrond en bestaat uit meerdere bouwlagen opgemetseld uit de identieke bruine baksteen als het filtergebouw. Het geheel is gezet onder een plat dak. In het filtergebouw zijn een machinekamer, een buizennetwerk, waterfilterkamers en bedieningsruimtes ondergebracht. Het voorgedeelte bestaat uit drie bouwlagen, waarvan twee samengevoegd (met uitzondering van het trappenhuis), het achtergedeelte bestaat uit een bouwlaag. De opbouw is gezet op een geheel onderkelderde bouwlaag.
De bijna blinde noordoostgevel wordt ter hoogte van het trappenhuis voorzien van een stalen pui van gestapelde ramen omkleed over de gehele hoogte van het gebouw, per verdiepingshoogte is de betonvloer zichtbaar gelaten en verdelen deze de voorpui in drie traveeën. In de gevel zijn aan weerszijden van de entreepartij de cirkelvormige einden van spoelgoten zichtbaar in twee clusters van elk vier cirkels. De zuidwestgevel heeft ter hoogte van eenlaagse bebouwing aan de achterzijde een centraal rechthoekig met beton omlijst raam en aan weerszijden elk twee cirkelvormige spoelgooteinden. Ter hoogte van de meerlaagse bebouwing zijn in tien traveeën elk bovenin een staand rechthoekig raam en onderin een smal liggend raam aangebracht. De zijgevel zijn nagenoeg blind en bevatten elk een – de grond rakend – verkant met beton omlijst raam. De betonomlijstingen zijn fors aangezet en vormen een esthetisch onderdeel van het ontwerp. De ramen zijn grotendeels van staal.
De rechthoekige vijverpartij omsluit het pompgebouw aan de noordwest- en noordoostzijde en loopt langs de volle breedte van het pompgebouw tot en met het zuidelijke gelegen filtergebouw. Zij is een onlosmakelijk onderdeel van het stedenbouwkundige geheel.
Waardering
Waterproductielocatie, bestaande uit een pompgebouw en een filtergebouw, gelegen in een parkachtige aanleg aan De Dijk 1 in De Groeve in de gemeente Tynaarlo, gebouwd in 1966 door de architect E. Reitsma (Glimmen) in opdracht van de NV Waterleidingmaatschappij voor de provincie Groningen van belang voor de provincie Drenthe vanwege de:
- cultuurhistorische waarde als zijnde van belang voor de geschiedenis van waterproductie van Drenthe
- architectonische waarde vanwege de hoogstaande esthetische kwaliteiten van het ontwerp van het pompgebouw in het bijzonder en de functionele groepering van gebouwen; vanwege de waarde van het gebouw voor het oeuvre van de architect Egbert Reitsma als zijnde een van zijn laatste werken en uiting gevend aan de ontwikkeling van zijn bouwstijl naar een meer functionele trant; en als uitdrukking van een technische en typologische ontwikkeling van pompgebouwen in het algemeen
- stedenbouwkundige waarde van het object en de naastgelegen vijverpartij en vanwege de ruimtelijke relatie die het gebouw daarmee aangaat met de omgeving en vanwege de landschappelijke waarde van de parkachtige aanleg van de buitenruimte; vanwege de ensemblewaarde van het pompgebouw, het filtergebouw en de vijverpartij
- gaafheid van het ontwerp en de visuele gaafheid van de parkaanleg
- typologische zeldzaamheid van dergelijke grootschalige naoorlogse waterproductielocaties in Drenthe