Carmelieten klooster
Inleiding
Het voormalige KLOOSTER van de paters Carmelieten uit Zenderen is gebouwd in 1904-05 naar een ontwerp in een sobere Neogotische stijl van architect K.L. Croonen uit Almelo. Het KLOOSTER ligt iets achter de rooilijn, vrijstaand op een ruim perceel dat aan de achterzijde is bebouwd met twee moderne uitbreidingen waarvan één door een portaal is verbonden met het KLOOSTER. Beide gebouwen vallen niet onder de provinciale bescherming. De voortuin aan de westkant bestaat uit een gazon met een haag aan de openbare weg, aan de zuidzijde, in de zijtuin, naast een openbaar trottoir, staat een grote kastanjeboom en de oostkant is een tuin met een gazon en bosschages, een oprit met parkeergelegenheid. Aan de noordzijde grenst het gebouw direct aan het terrein van een naastgelegen bedrijf.
Omschrijving
Het KLOOSTER heeft een rechthoekig plattegrond met een kleine rechthoekige uitbouw aan de noordzijde, twee bouwlagen en is grotendeels onderkelderd. Het schilddak is bedekt met grijze Tuiles du Nord pannen. De dakkapel is gedekt met lei. Boven een fries van siermetselwerk in de vorm van een overhoekse muizentand van drie lagen rust een dakoverstek op houten consoles. De houten dakgootlijst heeft een V-vormige versiering. De daknok is bekleed met lood. Op het dak bevinden zich twee gemetselde nokhoekschoorstenen met schoorsteenbord, zes dakkapellen met leien dakbedekking en gevelbekleding. De dakkapellen hebben een overhoeks dak boven een houten kruisvenster, hier bovenop staat een piron. Centraal op de daknok bevindt zich een achtkantige houten dakruiter met lei gedekt zonder klok met pinakel en torenkruis. Aan de achterzijde zijn vier dakramen en twee kleine schoorsteenpijpjes (niet oorspronkelijk) aangebracht.
De gevels zijn opgetrokken in een bruinrode baksteen gemetseld in kruisverband op een trasraam van een iets rodere steen. De hemelwaterafvoer is van zink. De voorgevel is geleed door zestien houten kruisvensters met segmentboogvormige boogvelden met siermetselwerk. Over alle gevels verlopen twee waterlijsten die als stroomlaag fungeren onder de vensters. Op de verdieping zijn vaag twee bruinrode horizontale gemetselde banden te zien. In de voorgevel bevindt zich een horizontaal ingemetselde brievenbus van beton.
De zuidelijke zijgevel is geleed door de doorlopende waterlijst,een spitsboogvormig gotisch aandoend drielichtsvenster met glas in lood ramen, een gemetselde ruitvormige decoratie, centraal op de verdieping een kruisvenster en een nieuw (opnieuw dicht-?) gemetseld veld. De noordelijke zijgevel heeft een waterlijst en een kruisvenster op de begane grond. De achtergevel wordt geleed door: vijftien kruisvensters en in het midden drie vensters met segmentbogen en de twee waterlijsten. Vensters zijn hier voorzien van zonwering. Openslaande deuren zijn links in de achtergevel aangebracht om dienst te doen als nooduitgang. De achtergevel is deels opgenomen in de aanbouw van jongere datum,dit is de huidige entree met gemetselde trap van vier treden en een hellingbaan met hekwerk.
De verhoogde middenrisaliet eindigt in een gemetselde topgevel, bekroond met een torenkruis, zadeldak met overstek op klossen, ingekeepte houten windveer en een daklijst van siermetselwerk in de vorm van een drielaagse overhoekse muizentand die aan weerszijden eindigt in korte pilasters met een sluitsteen. Boven de entree loopt een waterlijst, twee 4-ruitsvensters met dubbel bovenlicht met glas in lood. Boven de vensters spitsboogvormige boogvelden met siermetselwerk. De geprononceerde gevel wordt geleed door twee gemetselde spitsbogen die aan weerszijden iets onder de dakrand ontspringen vanuit een pilaster met rolwerk en aanzetstenen. Hiertussen bevindt zich een gevelsteen en twee zesruits vensters met ieder een vierruits bovenlicht met een spitsboogvormig boogveld met siermetselwerk.
Aan de noordzijde bevindt zich een rechthoekige originele uitbouw met platdak. De voorgevel heeft twee smalle verticale vensters, houten kozijnen, een bovenlicht en een gemetselde segmentboog met waterlijst. Op de verdieping is de gevel geleed met twee kleine vensters met rondbogen en boogvelden van metselwerk. In de zijgevel van de aanbouw zitten, onder de daklijst, vijf muurankers en twee kleine rondboogvensters met glas-in-lood en een waterlijst. Het metselwerk (en de houten daklijst) loopt hier niet door, op ongeveer 1/3e deel van de zijgevel is verticaal kleurverschil te zien.
De spitsboogvormige ingangspartij is gelegen in de middenrisaliet met een gemetselde stoep van twee treden, een natuurstenen onderdorpel en een latei, een houten porte brisee met gietijzeren beslag in floraalmotief, daarboven een timpaan dat bestaat uit vier spitsboogvormige vensters met glas in lood, binnen archivolten met een in vier lagen gemetseld rolwerk.
De plantenbak lijkt origineel, is verbonden met en verloopt deels langs de zij- en de achtergevel.
Waardering
Het klooster is van algemeen provinciaal belang op grond van de volgende criteria:
Cultuurhistorische waarde
- het klooster vertegenwoordigt cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van religieuze ontwikkelingen in relatie tot het katholieke reveil aan het einde van de negentiende eeuw in Drenthe
Architectuurhistorische waarde
- vanwege de waarde van het klooster uit 1904-1905 naar ontwerp van architect K.L. Croonen uit Almelo in een sobere Neogotische stijl in Drenthe;
- vanwege de esthetische kwaliteiten van het ontwerp;
- vanwege het kenmerkende materiaalgebruik en de opvallende en zorgvuldige detaillering van het klooster in een sobere Neogotische stijl
Stedenbouwkundige/ensemble waarde
- vanwege de betekenis van het klooster voortkomend uit de beeldbepalende ligging aan de Brinkstraat in het centrumgebied van Hoogeveen
Gaafheid
- vanwege de redelijke mate van gaafheid van het exterieur van het klooster;
Zeldzaamheid
- vanwege de hoge mate van zeldzaamheid van het klooster in de provincie Drenthe in relatie tot de voornoemde cultuurhistorische, architectonische en stedenbouwkundige kenmerken