Kapteyn Sterrenwacht
Inleiding
In januari 1963 kreeg architect ir. L.C. van der Lee van de Rijksgebouwendienst de opdracht tot het voorbereiden van de bouw van een sterrenwacht ten behoeve van de Rijksuniversiteit van Groningen (RUG). In september 1963 werd de RUG zelf opdrachtgever en werd de supervisie overgenomen door de Afdeling Bouwzaken van de universiteit. Na een aantal jaren van observaties rondom Groningen viel de keus van de lokatie uiteindelijk op het terrein nabij Roden. Hier ondervond men de minste
hinder van externe warmtebronnen, luchtverontreiniging en trillingen van bijvoorbeeld verkeer, die de waarnemingen zouden kunnen beïnvloeden. De bouw werd voltooid in 1965. Hiermee stond er een gebouw met een vloeroppervlak van 1.053 m² en met een inhoud van 4.690 m³.
De voornaamste functie van de sterrenwacht was de vervaardiging, montage en het testen van instrumenten waarmee metingen in het heelal konden worden verricht. Hier werden telescooponderdelen gemaakt voor diverse grote telescopen overal ter wereld.
Daarnaast konden er astronomiestudenten terecht in het kader van hun opleiding. In afwijking van de tot dan toe gebouwde sterrenwachten kreeg de sterrenwacht in Roden een grote vierkante waarnemingsruimte in plaats van de gangbare kleinere cilindrisch gevormde ruimte met dezelfde diameter als de koepel. Gebruikers van de koepel kregen zo meer ruimte voor de steeds groter en zwaarder wordende meetapparatuur die bij waarnemingen werd gebruikt. Bij de bouw van de koepel in Roden (diameter 7,64 m.) is het de constructeurs als eerste gelukt een zelfdragende koepel van deze grootte, zonder stalen spanten, geheel uit polyester te maken. Ten behoeve van het stijgend aantal studenten werd, behalve een leslokaal, ook een kleine telescoop in een afzonderlijke koepel (middellijn 3,08 m.) geplaatst, die vrijwel onmiddellijk de naam babykoepel kreeg. Deze diende tevens voor het geven van demonstraties aan bezoekers en is vervaardigd uit een enkele laag van met glasvezel gewapend polyester.
De spiegeltelescoop is, naar een ontwerp van ir. B. Hooghoudt te Leiden, gebouwd door Metaalbedrijf Rademakers te Rotterdam. De optiek is gemaakt door Askania uit Berlijn.
De beplanting van het terrein werd in het algemeen laag gehouden, echter wel zodanig dat het aardoppervlak geheel werd bedekt. Op deze wijze werd warmteaccumulatie in de grond (en dus luchttrillingen) zoveel mogelijk voorkomen. De sterrenwacht is vernoemd naar de Groninger hoogleraar sterrenkunde en theoretische mechanica Jacobus Cornelius Kapteyn (1851-1922).
Hoewel het gebouw in 1996 werd verlaten door de professionele astronomen, is het nog steeds een werkende sterrenwacht. De oude kijker is inmiddels vervangen door een moderne, op afstand bestuurbare, telescoop en de oude koepelruimte is ingericht als kleinschalig museum.
Omschrijving
De Kapteyn Sterrenwacht in Roden is gebouwd op een samengestelde plattegrond en bestaat, uitgezonderd het gedeelte met de grote koepel, uit één bouwlaag. De sterrenwacht is opgetrokken in een gele baksteen, afgewisseld door puien van staalkozijnen met glas. De gemetselde opbouw waarop de koepel is geplaatst is, vanwege de noodzaak van een geringe warmteaccumulatie, opgetrokken in witgeglazuurde baksteen.
Het gebouw wordt gedekt door een licht overkragend plat dak met een bitumen dakbedekking waarlangs een brede houten daklijst is geplaatst.
De grote koepel bevindt zich aan de zuidzijde van het gebouw, omdat meestal de zuidelijke sterrenhemel werd bestudeerd. Op de begane grond bevindt zich de eerste bouwlaag die oorspronkelijk bestond uit een uit wit geglazuurde baksteen opgetrokken cilinder waarop een vierkant betonnen platform met rondom een stalen hekwerk is geplaatst. Hierop de vierkante waarnemingsruimte met de koepel. Anno 2009 is de ruimte onder het platform grotendeels door middel van stalen puien met glas dichtgezet. Links van de hoofdingang zijn de voormalige werkplaatsen gesitueerd en aan de rechterzijde de ruimten voor de wetenschappelijke staf en de hoofdkoepel. Om doorgifte van trillingen vanuit de werkplaatsen te voorkomen is het dienstgedeelte door een voeg losgehouden van de rest van het gebouw.
De grote koepel is vervaardigd uit een sandwich van twee lagen polyester met daartussen gemodificeerd pvc-schuim met een totale dikte van 16 mm. De koepel bestaat uit twee helften en een polyester deur. Beide helften zij door roestvrijstalen bouten verbonden. Onder de koepel bevindt zich een volkomen vrijstaande zware betonnen kolom waarop de kijker rust. Noviteit was de beweegbare vloer in de waarnemingsruimte, die ten doel had de waarnemers met hun apparatuur naar de in stand en richting variërende kijker te brengen.
De voormalige mechanische werkplaats bevindt zich in het noordelijk gedeelte van de sterrenwacht. Dit gedeelte kenmerkt zich door een iets hogere gevelopbouw, waardoor het boven het dak van de voormalige werkplaatsen uitsteekt. Ten behoeve van de lichttoetreding is boven de werkplaatsen een sheddak aangebracht.
Ten noorden van het hoofdgebouw staat een vrijstaand, in gele baksteen opgetrokken gebouw, waarop de babykoepel is geplaatst. Het gebouw heeft een plat dak dat is voorzien van een bitumen dakbedekking. In dit gebouw bevonden zich oorspronkelijk tevens de donkere kamer en een kaartenkamer.
Waardering
De Kapteyn Sterrenwacht, gelegen aan de Mensingheweg 20 te Roden in de gemeente Noordenveld, gebouwd in de periode 1964-1965 door architect L.C. van der Lee uit ‘s-Hertogenbosch, van belang voor de Provincie Drenthe vanwege de:
- cultuurhistorische waarde van de sterrenwacht als representant voor de geschiedenis van het (universitair) sterrenkundig onderzoek in Drenthe
- architectuurhistorische waarde gelet op de esthetische kwaliteiten van het ontwerp, mede gelet op de functionele opbouw, de detaillering en vormgeving van het sheddak; en als zijnde een uitdrukking van een innovatieve typologische ontwikkeling
- stedenbouwkundige waarde vanwege de ruimtelijke relatie die het gebouw aangaat met haar omgeving
- structurele gaafheid van het ontwerp
- vanwege de uniciteit van het object in Drenthe