pastorie Gereformeerde Kerk

Inleiding

Het HERENHUIS is gebouwd in 1899 als pastorie van de Gereformeerde Kerk in de stijl van de Neorenaissance door de architect J. Smallenbroek. In 1954 kreeg het de functie van advocatenkantoor. Het pand ligt vrijstaand in de rooilijn grenzend aan het openbare trottoir op een karakteristieke locatie aan de Hoofdstraat, naast het herenhuis Hoofdstraat 13 dat eveneens in procedure is om te worden aangewezen als provinciaal monument. . Het erf dat voornamelijk aan de achterzijde (oost) ligt, is volledig bestraat en wordt ontsloten via een steeg aan de noordzijde die afsluitbaar is door een recent hekwerk (Heras). Het zicht is hier op theater deTamboer. Aan de zuidzijde grenst het perceel met een smalle gang aan het theater.

Omschrijving

Het HERENHUIS heeft een rechthoekige plattegrond, twee bouwlagen en een afgeknot schilddak bedekt met de Bouletpan. Op het dak bevinden zich drie gemetselde originele schoorstenen met stucwerk en een geprofileerde lijst. Op het dak zijn vier dakkapellen aanwezig:aan de westzijde, boven de voorgevel, een dakkapel boven de entree met een staand venster, een zadeldak met geprofileerde frontonlijst met een timpaan, een verticale lijst met houtsnijwerk en een dakkruis. De dakkapel boven de vensters heeft een venster met bovenlicht,een platdak, een gemestelde dakopbouw als Neorenaissancistische topgevel, pilasters met een kapiteel, een fries met siermetselwerk, een kroonlijst, rolwerk, trigliefen, een diamantkop, weer een fries met kroonlijst en een fronton met timpaan.
Tussen de twee schoorstenen is een niet originele, forse dakkapel opgetrokken met vijf staande vensters, in een ritme van een-drie-een, en een plat dak. De dakkapel in de achtergevel (oost) bestaat uit twee vensters met bovenlicht en een platdak.
De gevels zijn hoofdzakelijk opgetrokken in een bruinrode baksteen op een geprofileerde grijs geschilderde plint met lijst. Voor het siermetselwerk is gebruik gemaakt van rode in afwisseling met de bruinrode baksteen. De gevelgeleding betaat uit vier vensters in de voorgevel, onder twee met segmentbogen met rechte schuinverlopende bovenkant, boven segmentbogen, alles met een sluitsteen, aanzetstenen, geprofileerde waterlijsten, speklagen, neggen, decoratief siermetselwerk. Er is een decoratief fries van horizontale banden met siermetselwerk en decoratieve consoles onder een geprofileerde gootlijst.
De noordelijke zijgevel wordt geleed door vijf kleine staande vensters met stroomlaag, een gootlijst op klossen en een hemelwaterafvoer van zink. De zuidelijk zijgevel heeft twee recenter aangebrachte kleinere vensters met strekkenlaag en stroomlaag.
De achtergevel is wit geschilderd metselwerk met zwarte spatrand. De gewijzigde gevelindeling wordt gekenmerkt door grote samengestelde vensters en een tuindeur, lateien en stroomlagen. Deze gevel valt vanwege onvoldoende monumentale waarde buiten de provinciale bescherming.
De voorgevel verspringt iets achterwaarts tussen entree en vensters. Een houten balkon met geprofileerde kroonlijst rust op consoles met acanthusbladmotief, de houten balustrade is voorzien van sierlijk vormgegeven houten zuiltjes en balusters. Aan de onderzijde bevindt zich een geometrische decoratie met diamantkoppen. De dubbele balkondeuren hebben een bovenlicht en strekkenlaag met sluitsteen en aanzetstenen.
Onder het balkon bevindt zich de entree die bestaat uit een niet originele houten deur met raam en tralie van siersmeedwerk, een natuurstenen dorpel en een stoep van een trede. De originele entree was voorzien van een porte-brissée. Dit verklaart de langwerpige houten panelen aan weerszijden van de huidige deur. Onder het originele bovenlicht is de de kalf van decoratief houtsnijwerk nog wel aanwezig. Boven de entree, tussen de consoles van het balkon bevindt zich nog een waterlijst en een strekkenlaag met sluitsteen en aanzetstenen.
Er bevindt zich aan de achterzijde van het gebouw een rechthoekige recentere aanbouw met plat dak. Deze aanbouw valt vanwege onvoldoende monumentale waarden buiten de provinciale bescherming.

Waardering

Het herenhuis is van algemeen provinciaal belang op grond van de volgende criteria:

Cultuurhistorische waarde

  • het herenhuis gebouwd als pastorie van de Gereformeerde Kerk vertegenwoordigt cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een kerkelijke dienstwoning uit circa 1900 in Drenthe

Architectuurhistorische waarde

  • vanwege de waarde van de pastorie gebouwd in 1899 door de architect J. Smallenbroek als bijzondere uitdrukking van woonhuisarchitectuur in de stijl van de Neorenaissance in Drenthe;
  • vanwege de esthetische kwaliteiten van het ontwerp;
  • vanwege het kenmerkende materiaalgebruik en de opvallende en zorgvuldige detaillering in de stijl van de Neorenaissance

Stedenbouwkundige/ensemble waarde

  • vanwege de bijzondere betekenis van de pastorie voortkomend uit de beeldbepalende situering in het deel van de Hoofdstraat waarin het oude bebouwingsbeeld nog te herkennen is
  • vanwege de ensemblewaarde van de pastorie in relatie tot het naastgelegen herenhuis Hoofdstraat 13 dat eveneens in procedure is om te worden aangewezen als provinciaal monument

Gaafheid

  • vanwege de redelijke mate van gaafheid van (delen van) het exterieur van de pastorie;

Zeldzaamheid

  • vanwege de redelijke mate van zeldzaamheid van de pastorie in de provincie Drenthe in relatie tot de voornoemde cultuurhistorische, architectonische en stedenbouwkundige kenmerken