Graansilo Veenhuizen
Inleiding
Een in 1928-1929 in een Functionalistische bouwstijl gebouwde voormalige GRAANSILO op het ‘Maallust’-complex te Veenhuizen. De vermoedelijk door J.G. Robberts ontworpen silo werd gebouwd door de N.V. Betonbouw, voorheen Koolbouw. De graansilo is opgebouwd uit 9 vakken voor de opslag van diverse graansoorten. De graansilo verkeert in nagenoeg authentieke staat. De elevatorgordel van de silo wordt in 1941 vervangen en de kogellagers hiervan in december 1942. In 1970-1971 wordt een nieuwe mastiekbedekking op het inmiddels poreuze betondak aangebracht. Omdat ook de indeling en afwerking van het interieur sinds de bouwtijd ongewijzigd zijn gebleven, valt ook het interieur onder de provinciale bescherming. De graansilo is gelegen op het complex ‘Maallust’ en heeft zowel een stedenbouwkundige- als een functionele relatie met andere onderdelen van het Maallust-complex, die bestaan uit een graanschuur (Rijksmonument), een graan- en meelpakhuis (Provinciaal monument), een zuivelfabriek (Provinciaal monument) en een weegbrug. De inrichting van het terrein is functioneel met een geasfalteerde weg, een met steenslag verhard gedeelte, met op de niet functionele terreingedeelten rond de gebouwen gras of geen verharding. Het complex ligt binnen het van rijkswege beschermde gezicht van Veenhuizen.
Omschrijving
Een aan de noordzijde uit 3 bouwlagen bestaande en gedeeltelijk onderkelderde voormalige GRAANSILO, gebouwd op rechthoekige grondslag. De bovenste bouwlaag is rondom iets teruggeplaatst. De silo is van het zogenaamde gesloten type en is geheel in gewapend beton opgetrokken. Het gebouw heeft platte daken waarop begin jaren ’70 mastiek is aangebracht. Het gebouw bestaat uit een rechthoekig gedeelte met vakken voor de opslag van graan en een smaller bouwdeel met trappenhuis en transportinrichting aan de zuidzijde. De scheiding tussen de bouwlagen is herkenbaar aan twee grove betonbanden, waarvan de onderste tevens een luifel rond het trappenhuis vormt; de bovenste rand is uitkragend. Het trappenhuis is als een torenachtige aanbouw tegen de zuidzijde van het gebouw geplaatst en steekt hier boven uit. Aan de westzijde is het trappenhuis tot ongeveer halverwege met een terugliggend bouwdeel uitgebouwd. Zowel langs de bovenzijde van dit bouwdeel, dat van de derde bouwlaag en dat van het trappenhuis is een rand van platte daktegels aangebracht.
Over het ruwe beton van de gevels is een afwerklaag aangebracht, die vermoedelijk bestaat uit ‘fortoliet’, een soort beton-emaille met een ruwe huid. Bij de vensters en een smalle strook boven de bovenste betonband is een vlakke afwerklaag aangebracht.
De ingang van het gebouw bevindt zich ongeveer een meter boven het maaiveld aan de oostzijde van het trappenhuis en bestaat uit een originele opgeklampte deur; niet oorspronkelijk laadplatform met betonnen trap van zes treden hoog; stortkoker voor het lossen van graan in de kelder; niet originele zuigbuis die uit een van de vensters van het trappenhuis steekt.
De gevels van het onderste niveau van de silo worden aan de oost- en westzijde geleed door drie, en aan de noordzijde door twee vensters met houten kozijnen en tuimelramen op een betonnen onderdorpel. In de oostelijke gevel van de bovenste bouwlaag drie vensters als hiervoor beschreven. In de zuidelijk gevel van het trappenhuis vier staande vensters met 3-ruits roedenverdeling, daarboven een vijfde venster met 2-ruits roedenverdeling.
Waardering
De graansilo is van algemeen provinciaal belang op grond van de volgende criteria:
Cultuurhistorische waarde:
- de graansilo behorende bij het ambachtscluster Maallust van de Rijkswerkinrichting Veenhuizen vertegenwoordigt een hoge cultuurhistorische waarde vanwege de relatie met de geschiedenis van de Rijkswerkinrichting en het gebied van Veenhuizen dat als geheel een bijzondere plaats inneemt binnen de ontwikkelingsgeschiedenis van de ontginning van woeste gronden, armenzorg, (gedwongen) werkverschaffing en later de huisvesting van gedetineerden in Drenthe
Architectuurhistorische waarde:
- de graansilo uit 1928-1929, vermoedelijk naar ontwerp van J.G. Robberts, vormt een bijzondere uitdrukking van industriële architectuur in een Functionalistische bouwstijl met kenmerken van de Nieuwe Zakelijkheid in Drenthe;
- vanwege het kenmerkende materiaalgebruik en de zorgvuldige detaillering van zowel het interieur als het exterieur in een Functionalistische bouwstijl met kenmerken van de Nieuwe Zakelijkheid vanwege de esthetische kwaliteiten van het ontwerp
Stedenbouwkundige / ensemblewaarde
- vanwege de betekenis van de graansilo als essentieel historisch-functioneel complexonderdeel van het ambachtscluster Maallust behorende bij de Rijkswerkinrichting Veenhuizen die als representant van de ontwikkelingsgeschiedenis van de ontginning van woeste gronden, armenzorg, (gedwongen) werkverschaffing en later de huisvesting van gedetineerden in Drenthe in cultuurhistorisch, architectuurhistorisch en stedenbouwkundig opzicht van belang is;
- vanwege de visuele en historisch-functionele samenhang met de naastgelegen onderdelen van het ambachtscluster Maallust bestaande uit een rijksmonumentale graandrogerij en een zuivelfabriek en graan- en meelpakhuis. Laatstgenoemde objecten zijn eveneens aangewezen als provinciaal monument. Het complex maakt deel uit van het van rijkswege beschermde gezicht van Veenhuizen
Gaafheid / authenticiteit
- vanwege de hoge mate van gaafheid van zowel het exterieur als het interieur van de graansilo;
- vanwege de waarde van de graansilo in relatie tot de hoge mate van gaafheid van de stedenbouwkundige structuur en het bebouwingsbeeld van het ambachtscluster Maallust, gelegen binnen het van rijkswege beschermde gezicht van Veenhuizen
Zeldzaamheid
- vanwege de hoge mate van zeldzaamheid van de graansilo in de provincie Drenthe in relatie tot de voornoemde cultuurhistorische, architectonische en stedenbouwkundige kenmerken