Gemaal Oostermoer

Inleiding

Het gemaal Oostermoer is in 1955 gesticht in opdracht van het toenmalige waterschap De Oostermoerse Vaart. De huidige installatie bestaat uit drie, door de Fa. Pannevis gefabriceerde, verticale schroefpompen. Oorspronkelijk bestond de installatie uit drie dieselpompen. In 1994 is één van deze pompen vervangen door een elektrisch aangedreven exemplaar, waardoor het gemaal nu een hybride aandrijving heeft (diesel en elektrisch). Typologisch gezien behoort gemaal Oostermoer tot de zogenaamde poldergemalen.
Het gebouw bestaat uit een machineruimte, een aantal dienstruimten en een transformatorruimte.
Het gemaal bemaalt het zogeheten Gebied 2 en is gelegen aan de waterloop Leiding 2. Het water wordt geloosd op het Havenkanaal dat in verbinding staat met het Zuidlaardermeer. Het gemaal vormt een functioneel ensemble met de naastgelegen dienstwoning en de monumentale watermolen en is gebouwd in een sobere architectuur.
Ten noorden van het gemaal ligt nog een bedrijfsloods en een voormalige dienstwoning die werd gebruikt als woning voor de medewerkers van de buitendienst en de werkplaats- en werktuigenloods. Deze onderdelen vallen wegens de geringe architectonische kwaliteit niet onder de provinciale bescherming.

Omschrijving

Het gemaal Oostermoer is gebouwd op een rechthoekige plattegrond en heeft een hoogte van één bouwlaag. De onderbouw bestaat uit een constructie van gewapend beton waarin zich de toestroming naar de pompen en de pompenkelder bevinden.
Het gebouw is opgetrokken in een in halfsteensverband gemetselde geelbruine baksteen. De machineruimte is aan de instroomzijde over de volle hoogte en breedte voorzien van een stalen glaspui op een betonplint. Boven de instroomopening bevindt zich een verlaagd betegeld platform. De overige gevels worden geleed door rechtgesloten stalen vensters onder rollaag die zijn voorzien van lekdorpeltegels.
In de noordoostelijke zijgevel bevindt zich in een ondiepe portiek een paneeldeur met glas en een blinde houten deur achter een lage gemetselde stoep. die toegang geven tot de dienstruimten en de machines. Op de noordelijke hoek bevinden zich in beide gevels ventilatieopeningen in het metselwerk. Deze bestaan uit een verticale strekkenlaag zonder voeg. In de noordwestelijke (achter)gevel een aantal stalen deuren, een stalen ventilatierooster en stalen vensters onder rollaag.
Boven de uitstroomopening aan de achterzijde bevindt zich een verlaagd platform van betonnen pijlers en liggers die zijn voorzien van een stalen loopgedeelte met stalen hekwerk.

Waardering

Gemaal van het waterschap Hunze en Aa’s, genaamd Oostermoer, gelegen in de Oostermoerse Vaart aan de Hunzeweg 4 te De Groeve in de gemeente Tynaarlo, gebouwd in 1955, architect nader te bepalen, van algemeen regionaal belang voor de provincie Drenthe vanwege de:

  • cultuurhistorische waarde als zijnde onderdeel van de waterbeheersing van Drenthe en van belang voor de bemalingsgeschiedenis van Nederland in het algemeen als zijnde voorbeeld van een poldergemaal met verticale schroefpompen met gecombineerde diesel- en elektrische aandrijving;
  • architectonische waarde vanwege de esthetische kwaliteiten van het functionele ontwerp en als uitdrukking van een technische en typologische ontwikkeling van pompgebouwen in het algemeen;
  • ensemblewaarde gelet op de betekenis van het pompgebouw als onderdeel van groter geheel ter plaatse en waar de naastgelegen molen De Boezemvriend (de enige watermolen in Drenthe) en het pompstation aan de Dijk deel van uitmaken;
  • Vanwege de gaafheid van het ontwerp en de omgeving.