café “Van Lunzen”

Inleiding

Uit een artikel in de Meppeler Courant blijkt dat op deze plek een huis stond dat reeds in 1905 al gedeeltelijk in gebruik was als café. Reeds in deze tijd werd het bedrijf gerund door de familie Van Lunzen. Voor de Tweede Wereldoorlog (WO-II) was het café gevestigd in een boerderij met aangebouwde “waranda”. In 1940 nam zoon Jan met zijn vrouw Jentje het bedrijf over, nadat zijn ouders kort na elkaar waren overleden. Tijdens de oorlogsjaren werd in Darp een Duits vliegveld aangelegd, wat enorme gevolgen voor het dorp zou hebben. Op 25 juli 1944 moest de familie Van Lunzen, gelijk met 31 andere gezinnen, hun huis verlaten, waarna de huizen werden afgebroken ten behoeve van de aanleg van het vliegveld.
Een maand na de bevrijding in mei 1945 plaatste Van Lunzen een keet op zijn erf, die daarvoor dienst deed als barak ten behoeve van de Flugzeug Abwehr Kanone (FLAK). De keet werd gebruikt als woning voor het gezin, maar het grootste deel werd weer als café ingericht. De keet werd een jaar later verruild voor een ander, groter exemplaar dat dienst had gedaan als personeelskeet van een Duitse aannemer die werkte aan het vliegveld.
De inkomsten waren in deze periode zeer gering omdat provincie en gemeente besloten de afgebroken huizen niet weer te herbouwen, maar het dorp te verplaatsen naar de omgeving van de lagere school in de richting van Havelterberg. Deze “tijdelijke bewoning” van de keet duurde tot 1954. Het tij keerde toen begin jaren vijftig werd begonnen met de aanleg van de legerplaats aan de Van Helomaweg. De komst van honderden militairen betekende een forse toename van de klandizie. Dit maakte voor Van Lunzen de weg vrij voor de bouw van een nieuw, modern café-restaurant met woonhuis, waarvan de bouwvergunning werd afgegeven op 31 december 1952.

Het ontwerp was van de architecten Piet de Groot (oud gemeentearchitect van Havelte) en Holtman (Wolvega). Het pand werd in ruim een jaar tijd gebouwd door de gebroeders Smilde uit Ruinerwold en geopend in maart 1954. Het opvallende gebouw trok de eerste jaren na de bouw veel belangstelling van architecten en aannemers met hun eventuele klanten. Het effect van het hoog oplopende dak, het gebruik van veldkeien bij de ingang en de grondkering van het terras werd nog versterkt door het feit dat het pand ruim een halve meter boven het maaiveld was gebouwd. Architect De Groot heeft zich tot de oplevering tot in detail met de uitvoering van zijn ontwerp bemoeid. Zo liet hij onder meer een wand boven een schouw versieren met ruim twintig tekeningetjes die in wit waren aangebracht op zwarte triplexpaneeltjes. De Groot kreeg later meer bekendheid door restauratieprojecten als landgoed Overcinge te Havelte en de toren van Kampen.
Eigenaar Jan van Lunzen was naast cafébaas werkzaam als ambtenaar bij de gemeente Havelte, waarbij hij als wegwerker verantwoordelijk was voor het onderhoud van bermen en sloten.
Het lage overdekte terras naast de cafézaal werd nauwelijks gebruikt en werd in 1959 verbouwd tot woning voor dochter Annie en haar man. Vervolgens werden de zaal en de entree verbouwd tot twee woningen die werden verhuurd. De bovenlichten van de vensters in het rechtergedeelte werden vervangen door houten regelwerk. Ondanks de vier woningen die eind 1962 in het pand waren gerealiseerd, werd de tuin niet opgesplitst. Eén van de huurwoningen werd later weer bij de woning van dochter Annie getrokken.

In 1962 sloot het Café Van Lunzen na zestig jaar haar deuren. In 1998 werd het pand in zijn geheel verkocht waarna de nieuwe eigenaar het cafégedeelte en het oorspronkelijke woongedeelte liet verbouwen tot woonhuis en het voormalige verbouwde terras als gastenverblijf in gebruik nam.
Het complex ligt solitair en teruggerooid achter een voortuin voorzien van hoog groen aan de Van Helomaweg nabij Darp, met aan de achterzijde de Darperes.

Omschrijving

Het voormalige café-restaurant Van Lunzen is gedeeltelijk onderkelderd en gebouwd op een samengestelde plattegrond, bestaande uit vier eenheden. Het middelste en hoogste gedeelte heeft een rechthoekige plattegrond en wordt gedekt door een overkragend lessenaarsdak dat is voorzien van een houten daklijst, bitumen dakbedekking en een platte zinken bakgoot. Aan de achterzijde rust het dakoverstek op geprofileerde houten klossen. Op het dak een in rode baksteen gemetselde schoorsteen. Het geheel is opgetrokken in een rood genuanceerde baksteen, waarbij het zuidelijk gedeelte van de voorgevel ca. 1,5 m naar achteren inspringt. Hierdoor ontstaat een overdekt gedeelte dat rust op drie houten palen in de vorm van geschilderde ruwe boomstammen. De gevel van het overkapte gedeelte bestaat uit drie traveeën waarin drie dubbele staande houten vensters met bovenlicht
worden gescheiden door metselwerk. Onder en boven de vensters een houten gevelplaat, voorzien van regelwerk dat doorloopt aan de onderzijde van de overkapping. Het rechtergedeelte van de voorgevel bestaat uit een samengesteld driedelig houten venster met onder en boven houten regelwerk doorlopend tegen de onderzijde van de kap. De noordelijke- en de zuidelijke zijgevel worden geleed door een houten venster dat aan de onderzijde rust op een breed betonnen element; verder een licht uitkragende gemetselde omlijsting bestaande uit als strek verwerkte baksteen. Aan de achterzijde drie staande houten vensters met bovenlicht voorzien van een gemetselde lekdorpel. Aan de oostzijde heeft dit gedeelte een verhoogd grindterras met een gemetselde keermuur van keien onder een bakstenen rollaag.

Aan de noordzijde een rechthoekige aanbouw onder lessenaarsdak met bitumen dakbedekking, platte zinken bakgoot, aan de achterzijde rustend op geprofileerde klossen. De voorgevel is opgetrokken in gemetselde keien; de zij- en achtergevel in een rood genuanceerde baksteen op een trasraam onder rollaag van robuuste metselklinker. Hierin een dubbele toegangsdeur voorzien van een brede geprofileerde deuromlijsting. Voor de entree en betegelde stoep met een drie treden hoge betonnen trap. De bovenzijde van de vensters in de zijgevel is schuin afgewerkt, in dezelfde hellinghoek als het dak. Het hoge venster rust onder op een betonelement en heeft aan de bovenzijde een betonnen latei; aan weerszijden een bakstenen omlijsting. Verder twee keldervensters voorzien van een diefijzer en traliewerk aan de binnenzijde.

Tegen de achterzijde van de entree en een gedeelte van het cafégedeelte staat het voormalige woonhuis; een rechthoekige aanbouw onder een plat dak met bitumen dakbedekking op geprofileerde klossen. Opgetrokken in een rood genuanceerde baksteen op een trasraam onder rollaag van robuuste metselklinker en geleed door samengestelde vensters met gemetselde lekdorpel.
Tegen de zuidgevel van het voormalig cafégedeelte staat het verbouwde voormalige overdekte terras. De drie traveeën brede rechthoekige aanbouw is ca. 12 m breed en 5 m diep is opgetrokken in dezelfde baksteen als de overige bouwdelen en wordt gedekt door een lessenaarsdak met bitumen dakbedekking dat is voorzien van een platte zinken bakgoot en een gemetselde schoorsteen. De vensters aan de achterzijde zijn de originele windschermen die bij de bouw onder de overkapping waren aangebracht. Aan de voorzijde zijn een toegangsdeur en dubbele vensters aangebracht met boven en onder houten regelwerk.
Van het oorspronkelijke interieur zijn nog de decoratieve schouw met veldkeitjes en de ingebouwde drankenkast van het café overgebleven.

Waardering

Een café met woning, genaamd “Café Van Lunzen”, gelegen aan de Van Helomaweg 45 te Darp in de gemeente Westerveld, gebouwd in 1952 naar ontwerp van de Drentse architect P. de Groot (Havelte). Van belang voor de provincie Drenthe vanwege de:

  • cultuurhistorische waarde, als zijnde een onderdeel van de herbouw van het dorp Darp dat tijdens WOII werd afgebroken ten behoeve van het Duitse vliegveld op de Havelterberg; en als representant van de naoorlogse wederopbouw van de samenleving in Drenthe;
  • architectuurhistorische waarde, zich uitend in de esthetische kwaliteiten van het ontwerp en als zijnde een representant van moderne naoorlogse horecagelegenheid;
  • authentieke situering van het object en de ruimtelijke relatie met de omgeving;
  • structurele gaafheid van het object;
  • typologische zeldzaamheid in Drenthe.