Boerderijcomplex Taarlo

Inleiding

Boerderijcomplex bestaande uit:

  • BOERDERIJ uit 1860 gebouwd in Ambachtelijk-traditionele stijl met de nok nagenoeg evenwijdig aan de Hoofdweg en met de voorgevel georiënteerd op de weilandbrink. De boerderij is een vroeg voorbeeld van een boerderijtype waarbij het woonhuis en het bedrijfsgedeelte (zogeheten FRIESE SCHUUR met zijlangsdeel) onder één dak zijn geplaatst, ook wel ‘burgertype’ genoemd. Bij dit type loopt de zijlangsdeel van voor- tot achtergevel en zijn de baanders in het vlak van de voorgevel geplaatst; BIJSCHUUR voor veestalling (varkens?) MET aangebouwd STOOKHOK gelegen aan de oostzijde van de boerderij en met de nokrichting evenwijdig aan die van het hoofdgebouw. De bijschuur en het stookhok zijn gebouwd in Ambachtelijk-traditionele stijl en opgetrokken in baksteen;
  • ERFINRICHTING met onder meer hoog opgaand geboomte (o.a. eiken en lindes), enkele oude hoogstam fruitbomen aan de noordzijde en erfafscheiding aan de zijde van de Hoofdweg in de vorm van een eenvoudig ijzeren hekwerk, en bestrating met paardenklinkers.

Het boerderijcomplex is beeldbepalend gelegen aan de rand van de historische dorpskern van Taarlo. Het complex is gelegen aan de brinkenstructuur en pal aan de doorgaande route Assen – Zuidlaren. Aan de noordzijde wordt het boerenerf begrensd door de Osdijk, een voormalige veedrift ter ontsluiting van het oude weidegebied langs de oevers van het Taarlosche Diep, direct ten (zuid-)oosten van Taarlo. De Osdijk vormde voorheen tevens de doorgaande route in de richting van het Balloërveld. De historisch-functionele samenhang tussen het boerderijcomplex, het brinkdorp en het direct naast de dorpskern gesitueerde weidegebied is nog altijd duidelijk afleesbaar. De nabijgelegen dorpsbebouwing kent een overwegend historisch en agrarisch karakter. Twee (niet beschermde) boerderijen van hetzelfde type staan aan de weilandbrink en de houtbrink in Taarlo.

Omschrijving

Boerderij met woonhuis en schuurgedeelte onder één dak, ook wel ‘burgertype’ genoemd. De boerderij is een vroeg voorbeeld van dit boerderijtype met zogeheten Friese schuur en zijlangsdeel van voor- tot achtergevel. Typerend zijn de ongedeelde hoofdvorm en de baanders in het vlak van de voorgevel. Dit boerderijtype met Fries/Groningse schuur (dekbalkgebint, grup) in plaats van het traditionele Drentse hallenhuis (langsgebintconstructie of ankerbalk gebint en potstal) toont de invloed van de Fries-Groningse tradities op het gebied van boerderijbouw. Tegelijkertijd blijkt uit de boerderijvorm de ontwikkelingen in de bedrijfsvoering in het Drentse gemengde boerenbedrijf, de toename van het belang van de veehouderij in relatie tot de beweiding van gronden in beekdal (tevens varkenshouderij met biggen als belangrijk exportartikel?). De boerderij is opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband, met aan de voorzijde een grijze, gestucte plint. De oostelijke zijgevel is voorzien van een (tweetal?) kleine krimpen. Het forse zadeldak is rietgedekt en is aan zowel voor- als achterzijde afgewolfd. Aan de voorzijde bevindt zich een schoorsteen in de nok en aan de achterzijde een uilenbord. Het oostelijke dakvlak heeft een pannenrand van gesmoorde pannen, en een (niet-originele?) goot. Dit dakvlak is tevens voorzien van twee (niet originele) dakkapellen. In de voor- en achtergevel markeert eenvoudig lijstwerk de overgang tussen gevels en dakbedekking. De gevels worden geleed door licht- en deuropeningen van verschillende types. Alle gevelopeningen zijn aan de bovenzijde in het metselwerk voorzien van een strek. Opvallend element in de voorgevel zijn de baanders in het vlak van de gevel. Kenmerkend voor Drenthe is het driehoekige bovenlicht voorzien van roedeverdeling. Rechts van de baanders een rond gietijzeren stalvenster voorzien van roedeverdeling. In de voor het overige regelmatig ingedeelde voorgevel bevinden zich in het woongedeelte op de begane grond drie H-vensters (oorspronkelijk zesruits vensters).
De bovenlichten zijn voorzien van glas-in-lood. Op de verdieping vierruits zaadzoldervensters met strekken. De oostgevel heeft twee H-vensters met bovenlichten voorzien van glas-in-lood en strekken, en voor het overige vensters van diverse afmetingen en ouderdom (deze gevel deels van ondergeschikt belang?). In deze gevel bevindt zich ook de toegang. Voor- en achtergevels zijn voorzien van balkankers. De schuurgevel aan de wegzijde (westzijde) is voorzien van halfrond gesloten, gietijzeren stalvensters voorzien van roedeverdeling, en een enkele opgeklampte deur. De achtergevel is voorzien van baanderdeuren onder getoogde latei, twee opgeklampte deuren met bovenlichten voorzien van roedeverdeling, opgeklampte mestdeuren en vier segmentboogvormig gesloten, gietijzeren stalramen voorzien van roedeverdeling. Bovenin de gevel bevinden zich drie ronde stalvensters voorzien van roedenverdeling.De aan de oostzijde van de boerderij gelegen eenbeukige bijschuur voor veestalling (varkens?) is opgetrokken in bruinrode baksteen. De nokrichting van de bijschuur is evenwijdig aan die van het hoofdgebouw. Het omlopend schilddak is voorzien van rietbedekking met een pannenrand van ongeglazuurde, oude Hollandse pannen. De oostgevel kent een krimp. De gevels van de bijschuur worden geleed door opgeklampte mestdeuren en kleine, gietijzeren stalvensters met roedeverdeling. Het stookhok dat aan de voorzijde van de bijschuur is aangebouwd, staat met de nokrichting haaks op bijschuur en hoofdgebouw, en is opgetrokken in bruinrode baksteen. Het zadeldak is belegd met gesmoorde pannen.

Aan de noordzijde een opgemetselde schoorsteen. De gevels van het stookhok worden geleed door kleine vensters voorzien van roedeverdeling en opgeklampte deuren.
Ten aanzien van de erfinrichting richt de bescherming zich op het goed bewaard gebleven sobere karakter en enkele oorspronkelijke elementen zoals het hoog opgaand geboomte (o.a. eiken en lindes), enkele oude hoogstam fruitbomen aan de noordzijde, de erfafscheiding langs de Hoofdweg in de vorm van een eenvoudig ijzeren hekwerk en de klinkerbestrating. Het hekwerk, waarvan het deel aan de voorzijde van de boerderij waarschijnlijk niet meer compleet is, heeft aan de voorzijde een toegang met een beweegbaar hekje en aan de achterzijde van de boerderij een inrijopening met twee beweegbare hekken. Vanaf de weg is zowel de oprit naar de baanderdeuren aan de voorzijde als de inrit naar het achtererf voorzien van bestrating met paardenklinkers.

Waardering

De boerderij is van algemeen belang voor de provincie Drenthe op grond van de volgende criteria:

Cultuurhistorische waarde

  • vanwege de waarde van het boerderijcomplex als bijzondere uitdrukking van de ontwikkeling van het Drentse boerenbedrijf in de tweede helft van de negentiende eeuw en de afleesbaarheid van de ontwikkeling in samenhang met de agrarische bebouwingsstructuur van het cultuurhistorisch waardevolle esdorp Taarlo

Architectuurhistorische waarde

  • vanwege de waarde van het complex als bijzondere uitdrukking van de eenvoudige, Ambachtelijk-traditionele boerderijarchitectuur uit het midden van de negentiende eeuw in Drenthe
  • vanwege de esthetische kwaliteiten van het boerderijcomplex gekenmerkt door het sobere karakter;
  • vanwege het kenmerkende materiaalgebruik en de zorgvuldige detaillering van delen van het exterieur van boerderij en de bijschuur met stookhok;
  • Vanwege de waarde van het complex als vroeg voorbeeld van een kenmerkende typologische ontwikkeling in de boerderijbouw in Drenthe met invloeden van Fries-Groningse tradities.

Stedenbouwkundige/ensemble waarde

  • vanwege de betekenis van het boerderijcomplex voortkomend uit de in historisch-functioneel opzicht kenmerkende en bovendien zeer beeldbepalende situering, te weten:- aan de brinkenstructuur van het Drentse esdorp; – aan de dorpsrand; – aan de doorgaande weg; – aan de rand van de weidegebieden langs het Taarlosche Diep; – aan de Osdijk als historische ontsluiting van deze weidegebieden;
  • als onderdeel van de historische agrarische bebouwing van het zeer waardevolle esdorp Taarlo. Vanwege de betekenis van de boerderij, bijschuur en stookhok en (delen van) de erfinrichting als essentiële onderdelen van het gehele boerderijcomplex dat als representant van het historische Drentse boerenbedrijf in cultuurhistorisch, architectuurhistorisch en stedenbouwkundig opzicht van belang is.

Gaafheid

  • vanwege de redelijke mate van gaafheid van het exterieur van de boerderij, (delen van) het exterieur de bijschuur met stookhok en (delen van) de erfinrichting.
  • vanwege het belang van het complex in relatie tot de hoge structurele en visuele gaafheid van de rurale omgeving, te weten het Nationaal Beek- en Esdorpenlandschap Drentsche Aa en de directe omgevingsruimte, te weten de gaaf bewaard gebleven esdorpstructuur van Taarlo en de omliggende historische, agrarische bebouwing.

Zeldzaamheid

  • vanwege de redelijke mate van zeldzaamheid van het boerderijcomplex in de provincie Drenthe in relatie tot de voornoemde cultuurhistorische, architectonische en stedenbouwkundige kenmerken