AKU-woningen

Inleiding

In opdracht van de gemeente Emmen werden in de periode 1952-1953 door architect R. Romke de Vries uit Den Haag 13 dubbele middenstandswoningen en 3 dubbele villa’s gebouwd ten behoeve van het personeel van de AKU (Algemene Kunstzijde Unie) te Emmen. De bouw van deze woningen maakte deel uit van een convenant dat door de gemeente was gemaakt om de komst van de AKU naar Emmen te bewerkstelligen. Behalve deze villa’s zou de gemeente ook nog zorgen voor tweehonderd arbeiderswoningen, dertig middenstandswoningen en een aantal voorzieningen als een schouwburg, bioscoop, zwembad en sport- en recreatiemogelijkheden. Ondanks de belangstelling van verschillende ministeries moesten over veel zaken onderhandelingen worden gevoerd. Zo werd de toestemming om groter dan 375 m³ te mogen bouwen slechts met zeer grote moeite van het Rijk verkregen. De bouw is uitgevoerd door een combinatie van de Emmer aannemers Van Ess, Roessing en Huizing, onder coördinatie van Van Ess.
Architect Romke De Vries ontwierp 2 typen villa’s: 3 dubbele villa’s van ca. 800 m³ en 13 dubbele middenstandswoningen van ca. 500 m³. De dubbele villa’s werden specifiek ontworpen voor leidinggevenden bij de fabriek. Ze werden onder meer voorzien van een spreek-/werkkamer waar eventueel in de avonduren personeel kon worden ontvangen.
Zowel de wijk als de kavels waarop de woningen zijn gesitueerd zijn indertijd ruim opgezet en voorzien van veel groen.

De Haagse architect Romke Romke de Vries (1908-1997) was opgeleid aan het Hooger Bouwkunst Onderricht in Amsterdam en kreeg met name bekendheid als veelbelovende jonge architect in de wederopbouw die samenwerkte met belangrijke architecten als J.P. Kloos en J.B. Bakema. Naast zijn lidmaatschap van de Opbouw, nam hij deel aan verschillende werkgroepen als de Kerngroep Woning-architectuur van de BNA, de Werkgroep Streekeigene en de Studiegroep Efficiënte Woningbouw. De architectuur van Romke De Vries kenmerkt zich door een moderne vormentaal – in de meeste gevallen uitgevoerd in baksteen – met een openheid die het belang van een sterke relatie tussen binnen en buiten benadrukt.

Sommige woningen zijn oorspronkelijker dan andere, welke op onderdelen verschillende wijzigingen hebben ondergaan, Zo zijn op sommige plaatsen de houten kozijnen vervangen voor meer en minder geslaagde varianten van kunststof en zijn de van oorsprong niet-dekkend geverfde houten vlakken in de gevel in meerdere donkere en dekkende kleurvarianten geverfd.
In opzet en als totaal is het ensemble van woningen echter nog zeer herkenbaar en representatief.

Omschrijving

De 13 middenstandswoningen bestaan uit twee bouwlagen en zijn gebouwd op een rechthoekige plattegrond. De woningen worden gedekt door een overkragend zadeldak bedekt met bitumen. De noklijn is hierbij iets langer dan de gootlijnen, waardoor de kap een iets symmetrische vorm krijgt. Langs het dak bevindt zich een bakgoot met houten gootlijst. Op het dak bevindt zich oorspronkelijk een gemetselde nokschoorsteen en een forse rechthoekige schoorsteen op het buitenste dakschild.
In de topgevel aan de voorzijde is van oorsprong een samengesteld houten kozijn met glas aangebracht. De overige kozijnen zijn ook van hout en rechtgesloten. De gevels zijn opgetrokken in een rood genuanceerde baksteen die boven vanaf de tweede bouwlaag is witgeschilderd. Vanonder de nok is aan de voorzijde de scheidingsmuur tussen de twee wooneenheden duidelijk zichtbaar door middel van verticaal uitkragend metselwerk. De gevel tussen de entree en de nok bestaat uit horizontaal verwerkte houten schroten. Deze waren van oorsprong ongeverfd, waardoor de donkere houtkleur zichtbaar bleef. Het is duidelijk op de ontwerptekeningen te zien dat de nerfwerking van de panelen een wezenlijk onderdeel was van de esthetische waarde van de gevel. De nerven werden door de architect op deze gevel panelen getekend als ook op de panelen naast de voordeuren.
De entree bevindt zich in het midden van de voorgevel en bestaat uit een houten paneeldeur in een houten kozijn met daarnaast een smal dubbel zijlicht. Om de beide entrees bevindt zich licht risali-serend metselwerk waardoor een ondiepe portiek ontstaat.
Tegen de achtergevel is op de verdieping een betonnen balkon aangebracht met daaromheen een metalen hekwerk. Op de begane grond dubbele openslaande tuindeuren onder het balkon.

De 3 villa’s bestaan uit twee bouwlagen en zijn gebouwd op een rechthoekige plattegrond. Dit type is breder van opzet dan het type van de middenstandswoningen met toegevoegd het venster van de spreek-/werkkamer naast de entree. De woningen worden gedekt door een overkragend zadeldak bedekt met bitumen. De noklijn is hierbij iets langer dan de gootlijnen, waardoor de kap een iets symmetrische vorm krijgt. Langs het dak bevindt zich een bakgoot met houten gootlijst. Op het dak bevindt zich oorspronkelijk een forse rechthoekige schoorsteen op het buitenste dakschild.
In de topgevel aan de voorzijde is een samengesteld houten kozijn met glas aangebracht. De overige kozijnen zijn ook van hout en rechtgesloten. De gevels zijn opgetrokken in een rood genuanceerde baksteen die boven vanaf de tweede bouwlaag is wit geschilderd. Vanonder de nok is aan de voorzijde de scheidingsmuur tussen de twee wooneenheden duidelijk zichtbaar door middel van verticaal uitkragend metselwerk. De gevel tussen de entree en de nok bestaat uit horizontaal verwerkte houten schroten.
De entree bevindt zich in het midden van de voorgevel en bestaat uit een houten paneeldeur in een houten kozijn met daarnaast een smal dubbel zijlicht. Om de beide entrees bevindt zich licht risaliserend metselwerk waardoor een ondiepe portiek ontstaat.
Tegen de zijgevels is een zwevende rechthoekige erker onder plat dak geplaatst. Daarboven bevindt zich een betonnen balkon met ijzeren hekwerk. Ook tegen de tuingevel is op de hoek van de verdieping een balkon met metalen hekwerk aangebracht, die ten opzichte van de zijgevel iets uitkraagt.

Waardering

13 dubbele middenstandswoningen en 3 dubbele villa’s gelegen aan de Sophielaan, het Meijerswegje en de Emmalaan te Emmen, gebouwd in 1956 door architect R. Romke de Vries (Den Haag) ten behoeve van het personeel van de A.K.U. (Algemene Kunstzijde Unie), van algemeen regionaal belang voor de provincie Drenthe vanwege de:

  • cultuurhistorische waarde gelet op het belang van de woningen als representatief voorbeeld van de ontwikkelingen in de naoorlogse moderne woningbouw in Drenthe; uiting gevend aan de groei en verstedelijking van Emmen en daarmee van belang voor de sociaal-maatschappelijke en industriële geschiedenis van Drenthe
  • architectuurhistorische waarde gelet op de esthetische kwaliteiten van het ontwerp, de detaillering en het materiaalgebruik; vanwege de innovatieve plattegronden en ruimteoplossingen; en vanwege het belang van de woningen voor het oeuvre van de architect R. Romke de Vries
  • ensemblewaarde van de woningen, gelet op de kwaliteiten van de groenaanleg in relatie tot de ruime situering van de woningen; en als zijnde onderdeel van een grote stedenbouwkundig geheel van woningen voor de verschillende werknemersgroepen van de AKU
  • vanwege de structurele gaafheid